Elisabet Stienstra
De meeste beelden van vrouwen in de openbare ruimte van Amsterdam zijn allegorieën, symbolen van vruchtbaarheid of moederlijkheid. Zo ook in de Amsterdamse School. Denk aan een halfnaakte vrouw of een vrouw met kind geïntegreerd in bruggen of op gevels. In de Amsterdamse School werd zelden ‘de gewone vrouw’ afgebeeld, in tegenstelling tot de ‘gewone man’. In het werk van Elisabet Stienstra staat de vrouw altijd centraal en speelt zij met deze geschiedenis.
In de traditie van de Amsterdamse School wordt beeldhouwwerk geïntegreerd in de architectuur. In navolging van deze traditie voegt Stienstra twee beeldhouwwerken toe aan een monumentaal gebouw uit de jaren 20, gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Net als beelden uit deze bouwstijl zijn haar sculpturen versimpeld en geabstraheerd. Stienstra heeft hier haar eigen draai aan gegeven. Ze zijn van brons gemaakt en de twee figuren hebben alleen ledematen, een hoofd, en borsten, de romp ontbreekt.
De twee vrouwen op het dak zijn geen symbool, allegorie of toonbeeld van wat een vrouw zou moeten zijn. Nee, deze figuren zitten gewoon te ‘zijn’. Ze lijken zich te vervelen, na te denken of te dromen. De ene figuur met een hand op de knie kijkt vertederd naar de mensen beneden. De ander staart dromerig voor zich uit, de verte in. De kunstenaar heeft de emoties van de figuren met alleen de essentiële onderdelen afgebeeld.