Bastienne Kramer
Hoe ga je om met vernieling in ons gedeelde domein? Wanneer kunstwerken kapot gaan of worden beklad, laat de gemeente ze herstellen of schoonmaken. Als er een opdracht voor een nieuw kunstwerk in de publieke ruimte wordt uitgeschreven is bijna altijd een van de eisen: maak het beeld hufterproof.
Bastienne Kramer gaat aan de haal met het spanningsveld tussen de kwetsbaarheid van kunst en de angst om vernieling. Rembo is namelijk een ‘hufterzoekend’ kunstwerk.
De stevige, 3,2 meter grote, groene figuur gemaakt van geglazuurd keramiek houdt de wacht in het Rembrandtpark. Door uitgesneden patronen van de aloude Friese Kerfsnede -een Friese manier van houtsnijden- heeft hij een zachte uitstraling. Toch staat Rembo klaar om aangevallen te worden. Het beeld heeft namelijk een manier gevonden om met vandalisme om te gaan. Elke keer als het beeld wordt beklad of beschadigd, zal die plek vervangen worden door een bronzen plak. Zo zal het beeld langzaam maar zeker veranderen in een bronzen beeld. Door oxidatie krijgt het brons een groene kleur en krijgt het weer trekken van zijn originele uitstraling.
Althans, zo was het idee van de kunstenaar. Niet het plan van de gemeente. Kort geleden is er een afgebroken hand vervangen voor brons, evenals enkele beschadigingen op het beeld. Hierna worden echter alle verdere beschadigingen gerestaureerd en geretoucheerd in eenzelfde soort materiaal en kleur als het beeld. Het stadsdeel gaf het gevaar van “extreme vormen van vernielzucht” mee aan de kunstenaar. Haar oplossing hiervoor wordt nu losgelaten door de gemeente.
Het Rembrandtpark is sinds de plaatsing van het beeld in 2013 wel af van haar slechte imago en onveilige sfeer, mede door de fietsroute, het plaatsen van kunstwerken en het goede onderhoud van het park. Wellicht heeft Rembo daar zijn steentje aan bijgedragen.