Siah Armajani
De Floating Poetry Room van Iraans-Amerikaanse architect en kunstenaar Siah Armajani en uitvoerder Ben Raaijman is een plek van rust, contemplatie en samenkomen. Op het hekwerk omringen de zestig meter lange zinnen van dichter Frank Starik je. Een gedicht over gaan en komen, reizen over water, lucht en zee. Op de kop van het ponton balanceert een schaalmodel van de oceaanstromer Nieuw Amsterdam van Henk Brandwijk.
Er brandde een fikse discussie los op het internet over het boegbeeld: het schip heeft als thuishaven Rotterdam, niet Amsterdam. De kunstenaar liet weten dat hij niet direct wil verwijzen naar het schip of naar de grote cruiseschepen in de haven van Amsterdam. Hij wil juist het gevoel van reizen, vertrekken en het verlangen hiernaar aanstippen. Een gevoel dat een groot schip ook kan oproepen. Hij gaat verder:
“De Amsterdamse rederijen en schepen waren vooral de schepen voor de Oost. Ik associeer ze met de koloniën, de politionele acties en het einde van een tijdperk. Interessant, zeker, maar meer een nachtmerrie dan een droom. Het is de westelijke route, die naar "nieuw Amsterdam" die tot de verbeelding spreekt en symbool staat voor hoopvol reizen. Ook veel Amsterdammers vertrokken zo naar de Nieuwe Wereld en droomden van een beter leven.”
Op dit ponton staar je over de routes van vertrek die je in het gedicht leest: het water, de lucht en de weg. De drijvende steiger was een verwijzing naar de nieuwe drijvende woningen in het binnenwater bij het Steigereiland. Echter werd het ponton op deze locatie aangevaren en kreeg het in 2012 deze nieuwe locatie aan de Paul Hufkade. Hier kan de buurt opnieuw samenkomen onder de abri of op het bankje en kunnen er bijvoorbeeld gedichten worden voorgedragen.
Wie was het?
De mens, zichzelf genoeg
draagt stenen steden stenen aan.
Zand waarin men palen slaat
overkant, kom dichterbij.
De pier die in het water steekt
de damwand die de golven breekt
de weg waarlangs een auto rijdt.
We gaan.
Want alle water
is een echo van de oceaan.
De regen valt maar raakt niet kwijt
in water, dat mijn bootje draagt.
Vogel, vlieg, omhoog, omlaag.
Nader mij. Beloof me land.
Zolang ik op de kade sta
zo zingt mijn hart: Amerika.
Waarheen, waarheen?
Blijf hier en denk jezelf een zee.