Hans van Houwelingen
Hagedissen passen zich aan hun omgeving aan door de kleur en temperatuur ervan op te nemen. Het Leidseplein, waar veertig bronzen dieren uit de hagedissenfamilie liggen, is constant in beweging. De dag en de nacht zijn nooit hetzelfde. Kunstenaar Hans van Houwelingen maakte de veertig dieren in het Kleine Gartmanplantsoen: leguanen, varanen en agames.
Van Houwelingen brengt met deze kleine oase een ode aan Blaauw Jan, de herberg van Jan Westerhof uit de 17e eeuw. Vanaf 1675 verzamelde Westerhof exotische dieren en begon hij bij zijn herberg aan de Kloveniersburgwal een menagerie: een verzameling wilde en exotische dieren. Van vreemde vogels tot panters en bavianen. Hij presenteerde zelfs ‘bijzondere’ mensen: iemand niet groter dan ‘29 duim’, een reus van 2,25 meter, en een inheemse bewoner van Amerika. Voor vier stuivers kon je zijn ‘collectie’ bekijken.
In Amsterdam waren er vaker wilde en exotische dieren te zien, meegenomen aan boord van de VOC schepen. De menagerie bestond tot 1784 en wordt beschouwd als een voorloper van de dierentuin.
Zittend tussen de hagedissen midden in de stad waan je je een beetje in een dierentuin. Je hebt goed zicht op de verscheidenheid aan mensen en figuren die voor je langs lopen, dag en nacht. Eén grote verzameling mensen, van Amsterdammer tot toerist, en het kost je geen stuiver.